De lerarenopleidingen van de hogescholen en universiteiten bundelen hun krachten in regionale allianties om tot een intensievere samenwerking en afstemming te komen. Zo kunnen de lerarenopleidingen profiteren van elkaars expertise en gezamenlijk vorm geven aan opleidingsroutes, professionaliseringsaanbod en samenwerking in onderwijsontwikkeling en onderzoek. De allianties werken intensief samen met partners uit het werkveld. De vorm en inhoud van de regionale allianties verschillen, afhankelijk van de regionale context en behoeften.

Werkgroep Regionale allianties

Om de krachten te bundelen en te leren van elkaars ervaringen en expertise, zullen de hogescholen en universiteiten de komende jaren op verschillende punten samenwerken. Het werkveld wordt daar actief bij betrokken. De hogescholen en universiteiten participeren in netwerken waar kennis en ervaringen in het flexibiliseren van de lerarenopleidingen centraal staat. De samenwerking omvat in ieder geval kennisdeling over het werken met leeruitkomsten en het erkennen van eerder verworven competenties en het opzetten van een gezamenlijk professionaliseringsprogramma voor lerarenopleiders en schoolopleiders.

Werkgroep Netwerk flexibilising
Werkgroep Professionalisering lerarenopleiders

Het aantal zijinstromers in het primair onderwijs met een universitaire vooropleiding is groot. Om hen een passende opleidingsroute te bieden, ontwikkelen universiteiten en hogescholen in alle regio's gezamenlijk academische zijinstroomroutes primair onderwijs, al dan niet vanuit de bestaande academische lerarenopleidingen primair onderwijs. Daarnaast werken de lerarenopleidingen aan de verdere afstemming van de overige trajecten waarmee iemand leraar kan worden. Door gebruik te maken van dezelfde leeruitkomsten en vooraf te bepalen wat een student nog moet halen, wordt het voor de lerarenopleider veel duidelijker hoe hij de student moet begeleiden om het landelijke eindniveau te behalen.

Werkgroep Harmonisering alternatieve routes

De hogescholen stemmen het beleid rondom eerder verworven competenties en vrijstellingen op elkaar af om onnodige verschillen te verkleinen. Elke student krijgt de mogelijkheid van een EVC-assessment conform landelijk afgestemde kaders om reeds verworven competenties op gelijke en valide wijze te laten erkennen door landelijk gecertificeerde EVC-assessoren. Op deze manier kan de student altijd rekenen op dezelfde kwaliteit en uitwisselbaarheid van eerder verworven competenties of vrijstellingen. De pabo’s werken verder aan harmonisering van de zijinstroom.

Werkgroep EVC-beleid en vrijstellingenbeleid

Om flexibele opleidingstrajecten te realiseren gaan de hbo-lerarenopleidingen werken conform de uitgangspunten van het experiment leeruitkomsten. Dit betekent het centraal stellen van leeruitkomsten waar een student naartoe werkt en het loslaten van het vaststaand onderwijsprogramma. Leeruitkomsten worden leerwegonafhankelijk getoetst, waardoor het mogelijk is ook eerder verworven competenties in te brengen. Door het gezamenlijk formuleren van met elkaar vergelijkbare leeruitkomsten door lerarenopleidingen en werkveld is helder waar elke leraar aan moet voldoen. Landelijke leeruitkomsten zijn herkenbaar en uitwisselbaar bij een horizontale overstap naar een andere onderwijsinstelling, of het willen behalen van een andere bevoegdheid, of een verticale overstap naar een andere onderwijssector.

Werkgroep Werken met leeruitkomsten
Werkgroep Juridische, organisatorische en financiële zaken
Werkgroep Monitoring en evaluatie doelstellingen